Jannah Loontjens (1974) is in Denemarken geboren, ze groeide op in Zweden en Nederland. Haar eerste roman, Veel geluk, die zich deels in Zweden afspeelt en deels in Den Haag, is in januari 2007 bij Prometheus verschenen. Haar tweede, enthousiast onthaalde roman Hoe laat eigenlijk verscheen in januari 2011 en werd genomineerd voor de Halewijn-literatuurprijs.
De dichtbundel Varianten van nu verscheen in 2002 bij Bert Bakker, haar tweede bundel Het ongelooflijke krimpen in 2006 bij Prometheus. In 2013 publiceerde ze de dichtbundel Dat ben jij toch bij Ambo, alsook de essaybundel Mijn leven is mooier dan literatuur. Bij Ambo|Anthos verschijnt ook haar derde roman Misschien wel niet.
Naast haar schrijverschap, doceert Loontjens filosofie en literatuuranalyse aan ArtEZ.
In 2012 promoveerde ze bij de leerstoelgroep Algemene Literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Ze begon als filosofe, studeerde af op Heideggers denken over Hölderlin en studeerde tevens een jaar filosofie in New York aan de New School for Social Research.
Loontjens schrijft recensies voor de Volkskrant, veelal over Scandinavische literatuur, en poëzierecensies voor Awater.
Eerder schreef ze over poëzie en filosofie voor o.a. De Groene Amsterdammer.
Ze publiceerde gedichten in o.a. de literaire tijdschriften Awater, Tirade, Het Liegend Konijn, Raster en Parmentier.
Haar gedichten werden onder meer gebloemleesd in Komrij's Nederlandse poëzie van de 19de tot en met de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten (Bert Bakker, 2004), Dagkalender van de poëzie 2004 & 2006 (Meulenhoff, 2004 / 2006 / 2008), De verhuizing (Prometheus, 2003), Nooit te vangen met haar eigen pen; de vrouwelijke stem in de Nederlandstalige poëzie in 200 gedichten (Poëziecentrum Gent, 2005), Vonken (Prometheus, 2007), De 100 beste gedichten voor de VSB Poëzieprijs 2013, De Arbeiderspers 2013