Leo Pleysier (1945) debuteerde in 1971 met de verhalenbundel Mirliton, waarvoor hij de Stijn Streuvelsprijs ontving. Sinds 1978 publiceert hij bij De Bezige Bij, toen zijn roman De razernij der winderige dagen (ook verschenen onder de titel Het jaar van het dorp) uitkwam. Daarna verschenen De weg naar Kralingen en Kop in kas. Deze trilogie is gebundeld onder de naam Waar was ik weer? (1990).
In 1989 publiceerde Pleysier de roman Wit is altijd schoon, de roman waarmee Pleysier definitief doorbrak naar het grote publiek, werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en bekroond met de Bordewijkprijs en de Dirk Martensprijs. Het bleek het eerste deel van een romancyclus die verder bestaat uit De kast, De Gele Rivier is bevrozen (Staatsprijs voor Proza 1996), Zwart van het volk en Volgend jaar in Berchem.
In 2003 verscheen de roman De dieven zijn al gaan slapen, waarmee Pleysier zijn romancyclus afsloot, in 2004 gevolgd door de novelle De trousse, die unaniem lovend werd ontvangen en die de longlist bereikte van zowel de AKO Literatuurprijs als de Libris Literatuurprijs. Meest recent verscheen van Pleysier de roman De latino's (2007)
(Tekst en foto (C) Uitgeverij De Bezige Bij / Jimmy Kets)