Lieve Joris (1953) is geboren in Neerpelt (Belgïe) en internationaal bekend als schrijfster van non-fictie boeken over de Arabische wereld, Oost-Europa en Afrika. Haar boek De melancholieke revolutie (1990) werd bekroond met de Henriëtte Roland Holst-prijs, Mali blues (1996) met de Cultuurprijs van de Vlaamse gemeenschap en de Franse Prix de l’Astrolabe, De hoogvlaktes (2008) met de Franse Prix Nicolas Bouvier. In het voorjaar van 2010 benoemde Frankrijk haar tot Ridder in de Orde van Kunst en Letteren.
België's vroegere kolonie Congo is een terugkerend thema in haar oeuvre. In Terug naar Congo (1987), Dans van de luipaard (2001) en Het uur van de rebellen (2006) pleegt zij 'literaire vivisectie op de geschiedenis', zoals Maarten Asscher het in Ons Erfdeel noemt. Naar aanleiding van Het uur van de rebellen schreef Libération: 'Lieve Joris is een van de beste journalisten ter wereld.' De Daily Telegraph noemde het 'een intelligent en soms prachtig verhaal over een van de grote drama's van onze tijd'. In 2008 verscheen De hoogvlaktes, haar voorlopige afscheid van Congo.
Naast Afrika heeft de Arabische wereld altijd een grote aantrekkingskracht op haar uitgeoefend, getuige haar debuut De Golf (1986), het boekenweekessay Een kamer in Cairo (1991) en De poorten van Damascus (1993), dat in verschillende talen is vertaald. In 2010 verscheen Mijn Afrikaanse telefooncel waarin Afrika, het Midden-Oosten en Oost-Europa – de drie gebieden die Lieve Joris de afgelopen dertig jaar bereisde – voor het eerst samenkomen. In 2013 verscheen Op de vleugels van de draak, waarvoor zij onderdook in de wereld van Afrikanen en Chinezen die als kleine visjes achter de grote handel. Canvas maakte een televisieportret van Lieve Joris in de reeks Goudvis - documentaires over spraakmakende Belgische kunstenaars. Voor deze film werd zij gedurende een jaar gevolgd. In 2014 werd Lieve Joris bekroond met zowel de Spiegelprijs als de VPRO Bob den Uyl Prijs, die ze respectievelijk won voor haar gehele oeuvre en voor Op de vleugels van de draak.