Ramsey Nasr (1974) is acteur, dichter/schrijver en regisseur. In 2005 was hij de stadsdichter van Antwerpen. In januari 2009 werd hij voor een periode van vier jaar verkozen tot Dichter des Vaderlands.
In 1995 maakte hij grote indruk met de door hemzelf geschreven en gespeelde monoloog De doorspeler, waarmee hij afstudeerde aan de Studio Herman Teirlinck te Antwerpen. Deze monoloog leverde hem de Philip Morris Scholarship Award op. In 2000 debuteerde hij als dichter met de bundel 27 gedichten & Geen lied, die werd genomineerd voor zowel de C. Buddingh'-prijs als de H.C. Pernath-prijs. Tijdens de Boekenweek 2001 debuteerde hij als prozaschrijver met de novelle Kapitein Zeiksnor & De Twee Culturen. Ook won hij voor zijn tweede monoloog Geen lied de Mary Dresselhuysprijs en de Taalunie Toneelschrijfprijs en werd hij genomineerd voor de Louis d'Or, de belangrijkste toneelprijs van Nederland. Hij verzorgde de Vincent van Gogh-lezing 2000, getiteld De mythe en Orpheus: van sjamaan tot wetenschapper.
In het voorjaar van 2004 verscheen zijn veelgeprezen tweede dichtbundel, Onhandig bloesemend, die meerdere malen werd herdrukt en bekroond met de H.C. Pernathprijs. In 2006 verscheen onze-lieve-vrouwe-zeppelin, een bundeling van de gedichten die Nasr schreef voor zijn stadsdichterschap van Antwerpen, en tegelijkertijd de essaybundel Van de vijand en de muzikant.
Als auteur trad Nasr op tijdens vele festivals in binnen- en buitenland waaronder De Wintertuin, Crossing Border, De Nachten, Saint-Amour, Het Andere Boek, ZuiderZinnen, De Nacht van de Poëzie en Poetry International.
Nasr was als acteur vijf jaar vast verbonden aan Het Zuidelijk Toneel, daarnaast speelde hij een Engels-Arabische versie van De doorspeler (The Wannaplay) in Palestina en Jordanië. Ook is hij te zien in de films De man met de hond (1998), Mariken (2000), Liefje (VPRO, 2001) en Magonia (2001). In 2002 vertolkte hij de hoofdrol in de serie De Enclave. Hij schreef en regisseerde de operette Leven in Hel (compositie: Joost Kleppe). In 2002 ging zijn regie van Mozarts opera Il Re Pastore in première in de Gentse Opera. Zijn hertaling van Metastasio's libretto (Onnozele Koning) verscheen, gebundeld met het operette-libretto, in het voorjaar van 2002 bij Uitgeverij Thomas Rap, onder de titel Twee libretto's.