Rosita Steenbeek (1959) doorliep het Johan van Oldenbarneveltgymnasium te Amersfoort. Vervolgens studeerde ze enige tijd Klassieke talen in Utrecht en deed haar propedeuse theologie. Aanvankelijk wilde ze een familietraditie voortzetten en dominee worden. Ze zwaaide om naar Neerlandistiek en studeerde af in de Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens haar studie acteerde ze regelmatig op het toneel en in de film.
Na haar doctoraal vertrok ze naar Rome om haar geluk in de film te beproeven en ook om in te halen dat ze niet mee mocht op Romereis vanwege een hersenbloeding. Ze speelde in film- en televisieproducties, schreef artikelen voor o.a. Vrij Nederland en vertaalde boeken uit het Italiaans van o.a. Alberto Moravia en Susanna Tamaro.
In 1994 debuteerde ze met De laatste vrouw, een boek dat Rome en Sicilië als decor heeft. Vanaf dat moment wijdt ze zich voornamelijk aan het schrijven. Ze bleef in Rome wonen waar ze zich meteen thuis voelde. Italië bleef haar inspireren. Haar volgende boek Schimmenrijk, een roman over de vraag hoe je verder leeft als de mensen van wie je houdt doodgaan, is gesitueerd in de wereld van de Etrusken. Daarna volgde oa Thuis in Rome en Ballets Russes, een Venetiaanse roman.