Thijs Goverde (1971) schreef een aantal verhalen over ridders en rovers. In 2003 verscheen zijn eerste boek dat niet in een sprookjesachtige wereld vol tovenaars en heksen speelt. De ongelofelijke Leonardo is een boek over Bas, een eenzame jongen, zonder vrienden. Totdat Leonardo ten tonele verschijnt!
Als kind las Thijs Goverde alles. Echt alles, tot aan het telefoonboek toe (volgens zijn zeggen). Van ieder pak vla moest hij weten wat het bevatte. Maar het liefst las hij natuurlijk boeken. Vooral boeken met wonderlijke avonturen, liefst met ridders en rovers: Tonke Dragt, Paul Biegel, Rosemary Sutcliff. Tovenaars vond hij ook erg leuk en boeken om te lachen.
Jaren later, toen hij was afgestudeerd en ontdekte dat hij tijdens zijn studie ‘geen enkel beroep had geleerd’ zaten al die boeken nog steeds in zijn hoofd. Dat bracht hem op het idee te gaan schrijven, eerst verhalen voor de Donald Duck, daarna schreef hij er een aantal bij en nog een verhaal om die andere verhalen heen. ‘en toen had ik opeens een boek: De Purperen Koningsmantel. Een boek vol, jawel: ridder en rovers! En een tovenaar. En ook een beetje om te lachten.’ De eerste verhalen hadden allemaal die sprookjesachtige sfeer. Met De ongelofelijke Leonardo slaat hij een nieuwe weg in. Het is een realistisch verhaal over een eenzame jongen.
Goverde vormde samen met Marcel Harmsen ruim vijf jaar het cabaretduo Vreemd Apparaatje. In juni 2003 stopte hij met de cabaretoptredens.