Hoewel ik in alles een man ben, voel ik als een vrouw. Maar niet zomaar een vrouw. Nee, ik voel mij vaak een jonge meid, verliefd op haar leraar; of een getrouwde vrouw van dertig wier man het niet meer doet en 's avonds steeds later thuiskomt; of een vrouw van in de veertig, die misschien niet zo heel mooi is maar wel aantrekkelijk en die weet wat er in de wereld te koop is en dus de leukste mannen bemint in het besef dat ze hen deelt met anderen.
In de Oorlog & Vrede-verhalen in Het Parool heb ik dat deel van mij aan het woord gelaten - vaak schofterig omdat ik pas onder het schrijven besefte wat ik hier en daar weleens heb aangericht. En toch...toch is het een loflied op de zonde, al wordt het berouw niet verdoezeld.