Op 3 juli 1946 werd in Nederland het eerste democratisch gekozen kabinet van na de Tweede Wereldoorlog beëdigd, onder leiding van KVP-voorman Louis Beel (1902-1977). Beel zou uitgroeien tot een van de meest invloedrijke en beleidsbepalende politici, onder andere als minister van Binnenlandse Zaken, vicepremier, premier, en later hoogleraar en staatraad.
In Beel. Van vazal tot onderkoning beschreef jurist, historicus en politicoloog Lambert J. Giebels (1935-2011) de katholieke staatsman in detail, waarbij hij niet alleen gebruikmaakte van archiefstukken en literatuur, maar waarvoor hij ook meer dan honderd interviews afnam om tot een zo volledig mogelijk beeld van Beel te komen.
Bij veel van de sleutelmomenten uit de naoorlogse politiek was Louis Beel betrokken, zoals de dekolonisatie van Indonesië, de Greet Hofmans-affaire en de Nacht van Schmelzer. De lezer krijgt met deze vlot geschreven biografie, door de ogen van Beel, het gevoel er zelf bij te zijn, in de achterkamers van het Binnenhof.