Rik Wouters (1882-1916) zou een romanpersonage kunnen zijn: straatarm kunstenaar, tragische geliefde, jong gestorven genie. In zijn zolderateliers verzon hij met klei, strijklicht en tekenpapier een ongeduldig oeuvre, met het gulle lijf van zijn model Nel in een glansrol. De vrouw van zijn leven was meteen Wouters' eerste biografe en de beschermengel die zijn nalatenschap met strenge hand zou beheren.
Er zijn drie plaatsen in dit boek: de kunstmetropool Brussel, het dorpse Bosvoorde, waar Wouters de aardse, gouden gloed van de dingen in verf en brons wist te vatten, en Amsterdam. In de rafelrand van de Groote Oorlog zou hij in Nederland - tussen huurflat en ziekenboeg - zijn laatste werken maken: troost en trots voor wie alles te verliezen heeft.
Biograaf Eric Min hield de grotendeels ongepubliceerde memoires, plakboeken en brieven van Nel tegen het licht. Samen met andere unieke bronnen levert dat een breed panorama van de artistieke belle époque op.
'Eric Min prikt mythes door.' - Trouw
'Een caleidoscopisch beeld van Rik Wouters, een diepmenselijke hommage aan een gedreven, groot kunstenaar.' - De Morgen
'De kunstenaar die uit dit boek oprijst, is een buitengewoon innemende figuur, een beetje egocentrisch, maar goedhartig, oprecht en gedreven. Bovendien geeft het boek een boeiend beeld van de kunstwereld in de eerste roerige jaren van de avant-garde.' - De Standaard
'Een exemplarisch krachtige, literair sterke, belangrijke kunstenaarsbiografie. Met bovendien prachtige foto's. Ze zou eigenlijk snel in andere talen moeten verschijnen.' - Cobra.be