Martine Letterie
Martine Letterie (1958) studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde in Utrecht, hoofdvak Middelnederlandse Letterkunde. Ze stond ruim twaalf jaar voor de klas als lerares Nederlands op mavo, havo, vwo, meao en gaf de laatste vier jaar daarvan jeugdliteratuur op de Pabo in Doetinchem. Geschiedenis is haar grote hobby. Ze weet er dan ook boeiend over te vertellen.
Haar ouders lazen en lezen allebei veel en graag. Zelf las ze zich als kind al helemaal scheel. De schoolbibliotheek had ze op een gegeven moment uit: 'De Arendsoog- en Kameleonboeken liet ik ongelezen staan, want daar vond ik niets aan. Ik ging elke week naar de bibliotheek en zocht zo dik mogelijke boeken uit. Anders moest ik zo snel weer terug.' Samen met een vriendinnetje maakte ze toen ze negen jaar was boeken na. 'Ik heb er nog een paar. Daar staat op dat ze deel uitmaken van de muizenserie, en ze hebben een heuse flaptekst.' Toen ze in de Griffeljury zat, merkte ze dat er weinig historische romans voor kinderen waren. Dat zijn het soort boeken waar ze het meest van houdt. Toen besloot ze die zelf te gaan schrijven. De combinatie van archiefonderzoek en schrijven bevalt haar erg goed. Er gaat elke keer weer een spannende speurtocht aan het schrijven vooraf, en dat vindt ze heerlijk. In Het schorriemorrie van de pruk komen twee Haagse 17e eeuwse bendeleiders voor. Toen ze dat boek schreef, dacht ze dat dat de enige twee misdadigers in haar stamboom waren, 'maar inmiddels weet ik dat schering en inslag was.' Rond haar boek Focke en het geheim van Magnus is in Groningen en onderwijsproject geweest, waaraan meer dan 115 scholen hebben meegedaan. Inmiddels gelooft iedereen in Groningen, dat Focke echt bestaan heeft, terwijl ze hem toch echt verzonnen heeft!
Lees meer