Anna is veertien. Ze heeft een dagboek. Ze houdt zich vast aan de woorden. Woorden die ze kent van heel vroeg en die nog elke dag om haar heen zwerven. Ze gaat op zondag twee keer naar de kerk en kijkt naar de hoge ramen. Als er zonlicht doorheen valt, weet ze dat God haar gebeden heeft gehoord. Haar broers vechten om het grootste stuk vlees en haar zusje wil dat de moeder verhalen vertelt. Op een dag nodigt de buurvrouw Anna uit om mee te gaan naar een pinkstergemeente en ontvangt ze de Heilige Geest. Tot middernacht zingt ze Opwekkingsliederen. De moeder wil dat ze bij de kerk blijft en de vader hoort stemmen. Hij vindt het erg dat ze geen rokken meer draagt. Anna wordt vijftien, zestien en zeventien. Ze schrijft over Jezus en Brad Pitt, een aardbeienmilkshake en het avondmaal. Langzaam slaat de twijfel toe. Zonder terughoudendheid schrijft ze over de buitenwereld die steeds meer binnendringt.
Boven de straat hangt een witte lucht : dagboek van Anna Meesink
De stad wint altijd
Omar Hamilton
bookDe Kolonie
Annika Norlin
bookRaadsels rond een zonnewijzer
Janneke van Reenen
bookMag Mees blijven?
Maarten Molenaar
bookEen magische vlucht
Giovanna Giordano
bookEen kleine storm
Marian Boyer
bookDe vrijwilligster
Antje Visser
bookAchter groene horren
J. van Oudshoorn
bookDe geur van de vrijheid
Giovanna Giordano
bookKroniek van mijn schoolvakanties
Kerim Göçmen
bookOktober is de mooiste maand
Johanna Spaey
bookUit het licht
M.O. Walsh
book