Britta Böhler licht het publieke en politieke debat over de drie belangrijkste onderwerpen van de laatste tijd, veilighied, terrorisme en integratie, op superieure wijze door. Zij bespreekt in Crisis in de rechtstaat de historische ontwikkeling van de rechtstaat en een aantal spraakmakende rechtszaken waarin zijzelf als advocaat optrad: de rechtszaak tegen Volkert van der G., een politiek proces dat het functioneren van de rechtstaat op de proef heeft gesteld, voorts de Rotterdamse terroristenzaak, de zaak-Margarita en de aangifte tegen Jorge Zorreguieta, volgens de auteur een onmiskenbaar voorbeeld van een onwenselijke verstrengeling van politiek en recht.Auteur Britta Böhler signaleert dat bij alle aandacht voor die processen een sluipend maatschappelijk proces onvoldoende wordt onderkend, namelijk dat tal van maatregelen die omwille van meer veiligheid worden genomen indruisen tegen rechtstatelijke beginselen en onze burgerlijke vrijheden ondermijnen. Ze wijst op de zorgwekkende paradox dat de ongereflecteerde roep om veiligheid uiteindelijk ten koste zal gaan van de rechtstaat, de belangrijkste garant voor onze veiligheid en de kern van wat wij beschaving noemen. Böhler houdt het handelen van overheid en media onverbiddelijk maar fair tegen het licht.