Kent u het jachtverhaal van hoofdinspecteur Francis Pyla, dat bijna klassiek geworden voorbeeld van surrealistische nonsens en Havankiaanse humor? Het zijn die humor zowel als het feit dat in deze Havank nu eens niet Silvère en de Schaduw op het tapijt verschijnen waardoor dit boek een eenling vormt tussen de traditionele Havanks. Maar het is een eenling gebleken die door de bewonderaars van de schrijver zeer hoog aangeslagen wordt.
Het werk van wijlen Havank wordt met de regelmaat van een klok herdrukt en geen lezer zal dan ook hiaten in zijn Schaduwverzameling hoeven aan te wijzen. In zijn eerste boeken sloot Havank zich nog angstvallig aan bij de toen heersende orthodoxe tradities gevestigd door Edgar Wallace en door een pionier als Ivans maar in zijn latere romans kreeg de humor van zijn persoonlijke taalgebruik hoe langer hoe meer de overhand. Na Havanks dood wordt de serie voortgezet door de journalist-schrijver Pieter Terpstra, die door pers en publiek vrijwel onverdeeld is geprezen om zijn inlevingsvermogen in het hoogst merkwaardige zieleleven van de Schaduw.