De Engelse promovenda Emily werkt in Cambridge aan haar proefschrift als ze de Vlaamse schrijver Paul Deswaen ontmoet. Paul is er net achter gekomen dat zijn vader, een sociaal geëngageerde onderwijzer, niet aan tuberculose is gestorven, maar door een groepje Vlaamse ss-ers werd neergeschoten.
Dit nieuws valt samen met een reeks geheimzinnige gebeurtenissen, die een connectie lijken te hebben met het feit dat Deswaen voor een bevriende uitgever een vergeten roman van een negentiende-eeuwse Vlaamse auteur aan het moderniseren is. De komst van Emily is voor hem de voltrekking van zijn lot, en er ontstaat een sublieme liefdesverhouding.
Met behulp van historische, zelfs schrijnend concrete gegevens wordt het mysterieuze verband opgehelderd tussen Emily’s verschijnen en de gebeurtenissen die Deswaen overkomen.
De Elfenkoningin (1989) is een tragische en tegelijk vrolijke, bijzonder onderhoudende roman, waarin thrillerachtige spanning en poëzie hand in hand gaan.