Met De vader van Artenio schetst Frida Vogels een ontroerend beeld van haar schoonvader Salvatore De Matteis (1893-1969), die de lezer van haar dagboeken zullen herkennen als een van de interessantste figuren onder haar familie en vrienden.
Salvatore De Matteis moest op twaalfjarige leeftijd, in 1905, wijnbouwer worden om voor het gezin de kost te verdienen. Samen met ervaren familieleden leerde hij de wijngaard in San Severo (Zuid-Italië) die hem was nagelaten te bewerken. In zijn spaarzame vrije tijd begon hij te lezen: Manzoni, Tolstoj, grote socialistische denkers als Marx, Engels, Kautsky en Luxemburg, die hem blijvend beïnvloedden. Hij bleef wijnboer, trouwde en kreeg in 1930 een zoon: Artenio, door zijn moeder Ennio genoemd. Ennio blijkt een intelligente jongen die zo briljant eindexamen deed dat het hem een studiebeurs en een gratis plaats in een Milanees studentenhuis opleverde, waar hij Frida Vogels ontmoette.
Tussen Frida en Ennio's vader ontstaat een speciale band. Hij zei zonder omhaal van woorden wat hij dacht en zij deed hetzelfde, en zo kreeg ze verhalen te horen die zelfs zijn vrouw nog nooit had gehoord.