De vraag naar de val van het Romeinse Rijk is niet eenvoudig te beantwoorden: het Romeinse Rijk was in de Late Oudheid gesplitst in twee helften. De westelijke ging in de loop van de vijfde eeuw inderdaad ten onder, terwijl de oostelijke nog zo'n duizend jaar bleef bestaan als het rijk dat moderne historici het Byzantijnse Rijk noemen. Bovendien was door de verbreiding van het christendom het Romeinse Rijk sterk van karakter veranderd. Die verandering zorgde samen met de komst van nieuwe bevolkingsgroepen voor een fundamentele transformatie van de antieke wereld. Niettemin leefde de antieke wereld, zij het sterk veranderd, in vele opzichten nog voort. Het werkelijke einde daarvan kwam met de Arabische veroveringen in de zevende eeuw, die een nieuw tijdperk inluidden waarin de oude eenheid van het Middellandse Zeegebied voorgoed werd verbroken en een islamitische wereld tegenover de christelijke kwam te staan.
Henk Singor neemt in dit meer dan acht uur durende hoorcollege de luisteraar mee op een boeiende reis door de laatste eeuwen van de antieke beschaving.
Inhoud
College 1. Het probleem van 'de ondergang'; het Romeinse Rijk en zijn buren rond het jaar 400
H1. Inleiding: het probleem van 'de ondergang van het Romeinse Rijk'
H2. Het Romeinse Rijk rond het jaar 400: politieke, militaire en sociaal-economische structuren
H3. De antieke beschaving rond het jaar 400: religie en mentaliteit, literatuur en materiële beschaving
H4. Het 'Barbaricum' in het noorden en het Nieuw-Perzische Rijk in het oosten en hun verhouding tot het Romeinse Rijk
College 2. Germaanse volken en koninkrijken op Romeins grondgebied, 376-441
H5. De Goten, 376-418
H6. Vandalen, Alanen, Sueven en Bourgondiërs, 407-429
H7. Het verlies van Brittannië en grote delen van Gallië en Spanje voor het Romeinse Rijk
H8. Het verlies van Noord-Afrika aan de Vandalen; verhouding tussen het West- en het Oost-Romeinse Rijk tot 441
College 3. Het einde van het West-Romeinse en het overleven van het Oost-Romeinse Rijk
H9. Kortstondige machtsontplooiing van de Hunnen, 441-453
H10. Het Visigotische koninkrijk en de opkomst van de Franken
H11. Het einde van het West-Romeinse Rijk, 425-476
H12. De Ostrogoten in Italië, 493-551
College 4. Het Oost-Romeinse Rijk van de late 5de tot de vroege 7de eeuw
H13. Herleving van de macht van het Oost-Romeinse Rijk in de 5de en 6de eeuw
H14. De antieke beschaving rond het jaar 600: religie en mentaliteit, literatuur en materiële beschaving (de wereld van Late Antiquity)
H15. De wereld rond de Middellandse Zee omstreeks 600
H16. De grote oorlog tussen het Oost-Romeinse en het Nieuw-Perzische Rijk, 604-628, en zijn gevolgen
College 5. De transformaties van de zevende eeuw
H17. De opkomst van de islam en de eerste Arabische veroveringen tot 656
H18. De transformatie van het Oost-Romeinse of Byzantijnse Rijk in de zevende eeuw
H19. Verdere islamitische veroveringen in de zevende en vroege achtste eeuw
H20. Het einde van de culturele eenheid rond de Middellandse Zee en het begin van de Europese Middeleeuwen