Het avontuur van de versierde bedstee begint op een lenteachtige zaterdagmorgen in Amsterdam, wanneer op het podium van het Concertgebouw hoofdcommissaris Silvère bezig is met het Internationale Politiecongres te notuleren. Eigenlijk is dat de taak van de Schaduw, maar hij zwerft langs de grachten, achter een draaiorgel aan. Ergens ver weg in Londen en Parijs worden op datzelfde moment de voorbereidingen getroffen voor een reeks raadselachtige moorden waaraan de Schaduw al gauw zijn handen vol krijgen zal.
Het werk van wijlen Havank wordt met de regelmaat van een klok herdrukt en geen lezer zal dan ook hiaten in zijn collectie Schaduw-verhalen behoeven aan te wijzen. In zijn eerste boeken zoals Het mysterie van St. Eustache en Het spookslot aan de Loire sloot Havank zich nog angstvallig aan bij de toen heersende orthodoxe traditie, gevestigd door Edgar Wallace en door een pionier als Ivans, maar in zijn latere romans kreeg de humor van zijn persoonlijke taalgebruik hoe langer hoe meer de overhand. Een Schaduw-verhaal dat zo ongeveer de hoogste totaaloplage van allemaal bereikte, was Polka Mazurka. Een titel die dit succes leek te evenaren, was Menuet te middernacht, dat na Havanks dood werd voltooid door Pieter Terpstra. Onverdeeld geprezen door pers en publiek om zijn inlevingsvermogen in het hoogst merkwaardige zieleleven van de Schaduw legde Terpstra nadien de laatste hand aan De Erven Mateor, Mysterie op Mallorca en Schaduw achter de tralies.