Literatuur in de 19e eeuw was geen vrijblijvend vermaak. Schrijvers wilden de maatschappij verbeteren door aandacht voor sociale problemen, maar ook door aansluiting te zoeken bij internationale kunstbewegingen. Literatuur als middelaar tussen ideaal en werkelijkheid. Rond 1880 keren nieuwe jonge schrijvers zich tegen deze generatie en literatuur wordt weer iets voor een kleine groep geestverwanten.
Marita Mathijsen vertelt op inspirerende wijze over de veranderingen in die tijd. Daarbij legt zij dwarsverbanden tussen schilderkunst en letterkunde, tussen boekproductie en onderwijs, tussen politiek en literatuur. Met aandacht voor o.a. Bilderdijk, Van Lennep, Beets, Bosboom-Toussaint, Multatuli, Kloos en Gorter.
Inhoud
College 1. Vroege romantiek, 1800-1830
H1. De term Romantiek en de internationale context
H2. Vroege Hollandse romantiek
H3. Willem Bilderdijk en zijn invloed
College 2. Hoe functioneert de literatuur?
H4. Functieopvattingen van literatuur
H5. Nationalisme
H6. Historisme: het verleden in de literatuur
College 3. Jong Holland, 1830-1840
H7. De gouden jaren
H8. De Gids en het ontstaan van de literaire kritiek
H9. De Zwarte Tijd en de kritiek op de romantiek
College 4. Het realisme, 1840-1860
H10. Het vroege realisme en de Camera Obscura
H11. De grote veranderingen
H12. Humor en kritiek: Piet Paaltjens en De Schoolmeester
College 5. Literaire veranderingen in aantocht, 1860-1885
H13. Wegbereiders: J.J. Cremer, Multatuli, Conrad Busken Huet
H14. Naturalisme
H15. De aanloop naar de Tachtigers
College 6. De Nieuwe Gids, haar ondergang en nieuwe wendingen, 1885-1900
H16. De Nieuwe Gids en de toppen van Tachtig
H17. Willem Kloos en de ondergang van De Nieuwe Gids
H18. Het symbolisme en de gemeenschapskunst