In De waren is elk hoofdstuk een liefdesverhaal met een eigen toon, een eigen melodie, een eigen stem. Puttend uit de rijke traditie van de liefdesliteratuur – van Marcel Proust tot Joop ter Heul – schreef Rovers een roman waar je verdrietig van wordt, of juist uitgelaten vrolijk. Een uitstekende remedie tegen een gebroken hart. Achttien jaar oud zijn ze, als de levens van Ricky, Ade en Bob elkaar kruisen in Nijmegen. Ze worden vrienden, maar op de landkaart van de liefde zoeken ze hun eigen weg. Ze verlangen naar de eerste keer, overwinnen hun verlegenheid, worden afgewezen, zweren trouw en gaan schoorvoetend vreemd. De verhoudingen die ze beleven vormen een verhaal op zich. De spelregels moeten ze onderweg leren kennen, of het nu aan de Costa Brava is, of op Vossenveld, of in Amsterdam-Oost. Twintig jaar na het begin van hun vriendschap komen de drie weer samen in de stad waar het begon. Ze vieren een lustrum en tasten af wat hen nog bindt. Er is een herinnering aan een nachtelijke zwempartij in een baai aan de Waal, waar ze voor even verlost raakten van hun eenzaamheid. Maar het is zo lang geleden dat het wel een droom lijkt – een droom waaraan ieder zijn eigen betekenis geeft. Wat is er over van het verleden? Wat betekenen ze nog voor elkaar? En hoeveel prinsen rijden er eigenlijk op een wit paard?
‘Rovers beheerst de kunst van de lucide waarneming.’ De Morgen
‘Raniël Rovers schrijft zorgvuldig en genuanceerd.’ Trouw
‘Geraffineerd.’ NRC Handelsblad
‘De kracht van Rovers is dat hij registreert en niet moraliseert.’ Het Parool
‘Het zijn Rovers’ soepele zinnen, weloverwogen woorden die je treffen, nieuwsgierig maken.’ de Volkskrant
‘Treffend, grappig, menselijk.’ De Groene Amsterdammer
‘Rovers weet intellectueel, stilistisch én emotioneel te overtuigen.’ BOEK