Gods weg ten leven, Gods weg en wijze om de ziel te brengen, te houden en voort te laten gaan op de weg van het leven en vrede
De Engelse puritein John Cotton (1585-1652) week in 1633 uit naar Amerika. Op werkdagen hield hij Bijbellezingen. Een viertal verhandelingen over de bekering of de weg ten leven is nu voor het eerst in het Nederlands vertaald.
De eerste verhandeling is gebaseerd op de profetie van Zacharia over de uitstorting van de Geest in de dagen van het Evangelie. De tweede verhandeling gaat over de vervulling van deze belofte in de bekering die volgde op de prediking van Petrus op de pinksterdag.
Nadat in deze twee verhandelingen getoond is hoe het hart van de mens in een goede gestalte kan worden gebracht, wordt in de derde verhandeling aangegeven hoe het hart in die goede gestalte kan worden gehouden. Dit doet de auteur aan de hand van het onderwijs van David aan zijn zoon Salomo over het hoeden van zijn hart (Spreuken 4). In het tweede deel van de derde verhandeling behandelt de auteur het sterven door de wet voor de wet (Galaten 2).
De vierde verhandeling is een vervolg op het tweede deel van de derde verhandeling. Zij behandelt het leven van een christen als een geloofsleven in Christus: een leven van rechtvaardiging, heiliging en vertroosting. Hierbij komen allerlei praktische zaken aan de orde, zoals: de sacramenten, het bidden, het Bijbellezen en de voor- en tegenspoed in het burgerlijke leven.
John Cotton was een invloedrijk en gezaghebbend theoloog, die uitstekende contacten had met Willem Teellinck, de vader van de Nederlandse Nadere Reformatie. Teellincks zoon Maximiliaan rondde in Cottons pastorie te Boston zijn praktische opleiding tot predikant af.
Deze uitgave is vertaald en ingeleid door C. L. Freeke en voorzien van een aanbeveling door dr. L. J. van Valen.