Heel lang geleden begon een stel mensapen van wie wij afstammen hun jongen anders groot te brengen dan hun voorouders en andere mensapen, bij wie baby’s uitsluitend door hun moeder gedragen, gevoed en verzorgd werden. Het unieke van mensen is dat onze moeders die zorg met groepsgenoten gingen delen, omdat ze er vanwege gewijzigde omstandigheden niet meer in hun eentje in slaagden om genoeg voedsel te vergaren voor zichzelf en hun kind. Het gevolg was dat een kind van jongs af aan contact moest onderhouden met allerlei verzorgenden (behalve de moeder in eerste instantie oma’s, tantes, zusters, broers en vaders), hun intenties moest kunnen inschatten en moest zorgen dat ze graag voor hem wilden zorgen. Zo ontstonden nieuwe omgangsvormen, nieuwe manieren van voor elkaar zorgen en nieuwe middelen om elkaar te begrijpen, waaronder het menselijke vermogen om zich in de gedachten en bedoelingen van anderen te verplaatsen. De ontwikkeling van zulke bijzondere menselijke vermogens en hoe die ons duizenden generaties lang in leven hebben gehouden, is het mysterie dat wordt ontrafeld in Een kind heeft vele moeders. Het boek laat zien dat leefgemeenschappen altijd noodzakelijk zijn geweest bij het grootbrengen van kinderen. De gedeelde kinderzorg heeft ons sociaal gemaakt. Een ware eyeopener.
‘De antropologe Sarah Hrdy schreef […] een prachtig boek [Een kind heeft vele moeders], waarin ze betoogt dat wij al 1,5 miljoen jaar emotioneel modern (= invoelend, empathisch, altruïstisch) zijn. De taal en de scherpte van het verstand kwamen later.’ Hendrik Spiering in NRC Handelsblad
‘Hrdy [weet] een overtuigend betoog op te bouwen door de inzichten van disciplines als antropologie, psychologie, sociologie en fysiologie te combineren.’ Ranne Hovius in de Volkskrant
‘Net als haar klassieker Moederschap is Sarah Hrdy’s Een kind heeft vele moeders een briljant werk over een zeer belangrijk onderwerp. Dé autoriteit op het gebied van moederschap is terug.’ E.O. Wilson
‘Het aardige van haar studie is dat zij het vulgair-darwinistische idee van de oerman die jaagt en de oervrouw die voor de kinderen zorgt volledig onderuithaalt. (…) Zonder hulpouders was er geen menselijke soort geweest, stelt Hrdy, en ze geeft hiermee een treffend en zeer plausibel inzicht in het ontstaan van de mensheid.’ Beatrijs Ritsema in HP/De Tijd