In zijn roman Netotsjka Nezvanova voert Dostojevski, voor het eerst in de Russische literatuur, een vrouw op als verteller en held van het verhaal. Haar onafhankelijke en vastberaden zoektocht naar de waarheid zet de onderlinge verhoudingen op scherp, en het verhaal geldt als een belangrijke bijdrage tot de verbeterde positie van de vrouw.
Dostojevski weet op onnavolgbare wijze de uitzinnigste verhalen te combineren met diep inzicht in de menselijke psyche. Hij diept zijn verhalen zogenaamd op 'uit de herinneringen van een dromer', laat onderlinge verhoudingen stormachtig uit de klauwen lopen en schrijft soms zulke komische scenes dat Gogol ze zonder aarzelen ondertekend zou hebben. Dostojevski is kortom in zijn vroege romans al net zo veelzijdig als we van zijn latere, grote werken gewend zijn.
Dit nieuw vertaalde deel in de Russische Bibliotheek - deel 2 van de Verzamelde werken - bevat behalve De kleine held vier andere vroege romans van Dostojevski: Witte nachten, Netotsjka Nezvanova, Wat oom had gedroomd en Stepantsjikovo en de mensen die er woonden. Vertalers Arthur Langeveld, Madeleine Mes en Gerard Cruys verlenen Dostojevski de glans die hij ook in het Nederlands verdient.