In dit boek bedrijft Gruwez een vorm van literaire archeologie die vaag doet denken aan Het bal van opa Bing en Het land van de wangen. het domein van de persoonlijke herinneringen en introspecties is, zo blijkt, nog lang niet afgegraven. Maar de wegen waarlangs hij in dit geval het goudslijp van het geheugen en de zelfanalyse vergaart, zijn deels nog niet eerder door hem begaan.
Een stenen moeder is niets minder dan een speurtocht naar die alsmaar wijkende en veranderende schaduw van de eigen identiteit aan de hand van mensen, tijden en plaatsen. Een nomadische zoektocht naar een behuizing voor het leven. Geheugenkunst van de bovenste plank tentoongespreid in prachtige zinnen vol zintuiglijke details en subtiele evocaties.