Tot voor kort is er aan het werk en de persoon van Louis Couperus (1863-1923) naar verhouding weinig aandacht besteed. Men kende en las veel van zijn beroemde boeken, maar over de ontstaansgeschiedenis ervan bestonden slechts enkele studies. Ondanks de biografieën
van Henri van Booven, H.W. van Tricht en Albert Vogel ontbreekt een werkelijk complete levensbeschrijving nog altijd. (Een groot deel van de daarvoor eigenlijk onontbeerlijke correspondentie is voor ons verloren gegaan.)
Toch komt hierin sinds enige tijd verandering: regelmatig verschijnen artikelen die het beeld van de schrijver aanvullen en verbeteren. In Een zuil in de mist heeft F.L. Bastet een aantal opstellen van eigen hand verzameld die zich vooral ten doel stellen meer inzicht te krijgen in Couperus leven, en daarmee in zijn dikwijls sterk autobiografische werk. Als voortzetting van de eerder door Bastet gepubliceerde brieven van Couperus aan diens uitgever L.J. Veen, wordt hier niet of weinig bekend materiaal, dat met grote vasthoudendheid door hem is opgespoord, verzameld en geordend.