Ze heten Loza, Olivier en Jette, en met nog acht anderen zijn zij de personages om wie het in dit boek draait. Zij proberen een bestaan op te bouwen in Brussel, niet altijd met evenveel succes. Zekerheden zijn er amper in hun leven. Alle elf hebben één ding gemeen, het zijn de vrienden en vriendinnen van de verteller. Ze komen in elkaars leven voor zonder het van elkaar te weten.
In elf hoofdstukken legt de verteller hun bestaan nauwgezet vast. Door hun voorliefdes, ergernissen en overtuigingen te beschrijven toont hij wie ze zijn. Vaak op bewonderende toon, soms bezorgd of met milde ironie, maar steeds liefdevol. Hij koestert hun talenten en gebreken, hun verlangens en hun angsten, om hen te beschermen tegen de meedogenloos voortschrijdende tijd. Want ooit gaan ze dood, en als er niemand meer in leven is die hen gekend heeft, zijn ze voorgoed verdwenen.
Elf is een ode aan de vriendschap.
In Elf brengt de verteller zijn vrienden en vriendinnen voor het voetlicht aan de hand van hun voorliefdes, gewoontes en overtuigingen. Sommigen van hen worden gedreven door een onvervuld verlangen, zoals Olivier, die in IKEA ongemerkt tientallen stelletjes fotografeert om het geheim van eeuwige trouw te achterhalen. Anderen barsten juist van het zelfvertrouwen, zoals de popmuzikant Daan, die zijn verlegenheid heeft overwonnen door elk etmaal een onbekende aan te spreken.