Sommigen van ons is het gegeven om in de verwarrende chaos van belevenissen, emoties en drama s, waaruit een mensenleven bestaat, een patroon te ontdekken: het lijnenspel van een labyrint dat fascineert door zijn evenwicht en vernuft. In de verhalen die Hellema in deze bundel van zijn hand vertelt, tekent hij de lijnen van zijn eigen labyrint, zoals hij het doorlopen en doordacht heeft als werkelijkheid en als mogelijkheid, zijn eigen existentie en die van anderen. Al vertellend ontdekt hij samenhangen, puurt hij de logica uit wat louter toeval leek en beschrijft hij de onontkoombaarheid aan wetmatigheden waarvan het doel nooit ontraadseld zal worden.
Het zakenleven, internationale concurrentie, bedrijfsspionage, de wisselwerking tussen economie en buitenlandse politiek, de zwanenzang van een Nederlandse industrie, het zijn ongewone onderwerpen in de vaderlandse literatuur. Toch zijn de kernvragen in dit boek geen andere dan in Hellema s eerste bundel Langzame dans als verzoeningsrite. Het zijn de vragen rond de begrippen verzoening en vergeving. `Het kwaad, zegt hij, `is geen mystiek principe, maar een belediging die de ene mens de ander aandoet. En: `Vergeving, absolutie, dekt het kwaad toe, maar er zijn graven die moeten open blijven en ten hemel stinken! Verzoening en vergeving zijn twee verschíllende begrippen...