De gebroeders Edmond (1822-1896) en Jules (1830-1870) de Goncourt schiepen tijdens hun leven een enorm oeuvre dat als literair zeer waardevol gold en, grote invloed uitoefende. In het diepste geheim hielden zij echter het dagboek bij dat hen na hun dood nog veel beroemder zou maken. Ze noteerden nauwgezet wat ze op bijeenkomsten zagen, wat ze in clubs en bordelen hoorden, bij diners waar ze aanzaten, onder de vrienden uit het artistieke en politieke milieu waarin ze verkeerden. De gebroeders Goncourt streefden, vanuit de gedachte dat hun dagboek geheim zou blijven, naar absolute eerlijkheid. Daarom zijn hun profielen van bijvoorbeeld Zola, Flaubert, Gautier en Sainte-Beuve onvergankelijk gebleven. Ook in hun uitlatingen over maatschappelijke verschijnselen namen ze geen blad voor de mond, en hoewel hun meningen steevast weinig optimistisch zijn en nu zelfs radicaal reactionair aandoen, baseerden ze ze allemaal op wat ze zelf hadden meegemaakt. En dat maakt van de dagboeken een tijdsdocument zonder weerga.
Bijna zestig jaar na hun dood kwam het definitieve 'Journal' tot stand waaruit Edu Borger voor deze bloemlezing heeft geput. Hij maakte een selectie van de onderwerpen die de Goncourts het meest interesseerden en waar ze vaak het meest cynisch over waren: God, geld en seks.
Over 'Dagboek', een eerdere selectie uit het werk van de Goncourts in Privé-Domein, schreef de pers:
Het is het leukste, gaafste, plezierigste boek dat ik in tijden gelezen heb." - Maarten 't Hart in NRC Handelsblad
Een van de schitterendste dagboeken uit de literatuur." - Rudi Wester in Vrij Nederland
Fascinerende lectuur. De ijverige, serieuze, kleinzerige Goncourts waren meesters in de venijnige karakteristiek." - Alfred Kossmann in Het Vrije Volk
De Goncourts hebben op hun beste momenten het vermogen portretten te tekenen die je nooit meer vergeet, gesprekken zo weer te geven of je er aan deelgenomen hebt. Wie zulke notities maakt behoort tot de zeer groten." - Hans Warren in Provinciale Zeeuwse Courant