In de afgelopen halve eeuw is Nederland geseculariseerd en hebben velen die godsdienstig waren opgevoed hun belangstelling voor religie grotendeels verloren. De mensheid als geheel seculariseert echter niet, integendeel. Vooral door de grotere vruchtbaarheid van religieuze bevolkingen zijn godsdiensten bezig aan een demografische inhaalslag, die het belang van religie in de wereld sterk doet toenemen. Doordat nieuwe technologieën de aardbol tot een dorp hebben gereduceerd en door moderne migratiebewegingen botsen de verschillende levensbeschouwingen heftig op elkaar en wordt opnieuw de vraag urgent: wat moeten we ervan denken?
Deze vraag, of beter het complex van specifieke vragen die erachter schuil gaan, is het onderwerp van de godsdienstfilosofie. Kan men ooit goede redenen hebben om geloof te hechten aan openbaringen? Wat is de waarschijnlijkheid dat zich een bepaald wonder heeft voorgedaan, zoals de opstanding van Jezus? Kunnen we goede argumenten ontwikkelen voor het bestaan van God of goden? Hoe verhoudt godsdienst zich tot wetenschappelijke kennis, zoals de evolutietheorie? Is godsdienst noodzakelijk als fundering voor de moraal? Hoe moeten we religieus taalgebruik interpreteren? Indien godsdienstige opvattingen naar alle waarschijnlijkheid onwaar zijn, hoe moeten we dan verklaren dat vrijwel alle volkeren godsdiensten kennen? Met andere woorden: wat zijn de beste wetenschappelijke verklaringen van het verschijnsel godsdienst?
Deze lezing is tot stand gekomen in samenwerking met Studium Generale Utrecht.
Inhoud
College 1. De diversiteit van godsdiensten
H1. Prolegomena
H2. De definitie van Godsdienst
H3. Het primaat van de godsdienstfilosofie
College 2. De geloofwaardigheid van openbaringen
H4. Interpretatie van openbaringen: een Pyrrhoonse Crisis
H5. Interpretatie van openbaringen: een Scaliaans Dilemma
H6. Openbaringspathologie en Cognitieve Dissonantie
College 3. De waarschijnlijkheid van wonderen
H7. David Hume's "Of Miracles"
H8. Is Hume's argumentatie een "Abject Failure"?
H9. De opstanding Christi als voorbeeld van "Collaborative Storytelling"
College 4. Natuurlijke theologie, van Paulus tot Wittgenstein
H10. A priori argumenten: het ontologisch godsbewijs
H11. a posteriori argumenten: cosmologische en teleologische
H12. De vlucht in het irrationele
College 5. Natuurlijke theologie: de Bayesiaanse benadering
H13. De Bayesiaande strategie van Richard Swinburne
H14. Ondergedetermineerdheid en het Eenvoudsbeginsel
H15. De sleutelrol van religieuze ervaring
College 6. Religie en Evolutie: het debat over Intelligent Design
H16. Voorgeschiedenis: van Plato tot Hume, Paley en Darwin
H17. De recente wederopstanding van het fysico-teleologische argument
H18. De nieuwe kleren van de keizer
College 7. De fundering van de moraal: religie of wetenschap?
H19. Klassieke funderingspogingen: een overzicht
H20. Het A-B-C model van verklaren en rechtvaardigen
H21. Morele uitdagingen voor de 21ste eeuw
College 8. De wetenschappelijke verklaring van godsdienst
H22. De veelsoortigheid van verklaringen
H23. Religie: groepsfunctioneel, bijproduct, of parasiet?
H24. Evaluatie van evolutionistische verklaringspogingen