Met veel liefde en oog voor detail beschrijft Frank Meyrink in zijn dagboek de laatste jaren uit het leven van de beroemde pedagoog, cultuurfilosoof, architect, dichter en regisseur en niet te vergeten oprichter van de 'New School', Johann Gottlieb Freudenacker (1915-1992). Meyrink, een van de jongeren uit Gottliebs kring - huisvriend, intimus en bloedbroeder - raakte bijna idolaat van zijn oudere vriend en schreef zijn fascinatie van zich af in dit minutieuze dagboek.
Als een ware Eckermann bezocht Meyrink zijn leermeester en idool vrijwel dagelijks in diens woning en deed opmerkelijk nauwgezet verslag van alle conversaties en gebeurtenissen, en zijn eigen overwegingen daarbij. De lezer kan zich voortdurend een beeld vormen van de intelligentie, diepgang, welsprekendheid en wijsheid van de oude meester in de beslotenheid van zijn alledaagse, en ondanks zijn internationale roem tamelijk eenvoudige bestaan in Doesburg. Meyrinks respectvolle en levendige verslag begint in Gottliebs laatste eenzame periode (eind 1990), na de dood van diens geliefde vrouw Liesje, en eindigt - aansluitend op Gottliebs stormachtige liefdesrelatie met de drieënvijftig jaar jongere violiste Annet ten Hove - met zijn tragische dood.
Frank Meyrink (1964) was van 1984 tot 1992 verbonden aan de New School. Daarna werkte hij enige tijd aan de heruitgave van Gottliebs geschriften. Hij is theaterwetenschapper en vertaler Duits en Middel-Hoog-Duits (ridderromans).