‘Die vriend van je is levensgevaarlijk. Ik ga aangifte doen, en weet je wat? Jij gaat me daarbij helpen.’
‘Wat denk je zelf? Ik was er niet eens bij.’
‘Ik denk dat je wel moet, want als jij mij niet helpt, dan zeg ik in mijn aangifte dat je erbij was. En dan kun je gezellig een tijdje naar de gevangenis. Kijk me es aan.’
Dylan kijkt schuw naar het meisje en ziet hoe haar ogen zich langzaam vullen met tranen. Snikkend zegt ze: ‘Ik weet het niet, meneer de rechercheur, maar er was ook nog een vierde jongen. Die was het ergste…’ Ze haalt haar neus op alsof ze zwaar geëmotioneerd is en kijkt Dylan dan opeens strak aan. ‘Nou, wat denk je? Geloven ze me of niet?’
Het zweet breekt Dylan uit. In wat voor nesten heeft hij zichzelf nu weer gewerkt?
Als Monica haar fiets in de kelder wil zetten, wordt ze belaagd door een groep jongens onder leiding van de agressieve Stevo. Eén jongen uit de groep, Dylan, doet niet mee met de rest, maar loopt weg. Monica is eerst flink kwaad op hem omdat hij haar niet geholpen heeft, maar uiteindelijk ontstaat er toch een vriendschap tussen de twee. Samen smeden ze een plan om wraak op Stevo te nemen…
Vrank Post werkt in een gesloten jeugdvoorziening in Heerhugowaard. Zijn eerste boek schreef hij voor zijn zoon, die niet van lezen hield, maar door Bad boys for life meteen werd gegrepen. Toen heeft Vrank zijn verhaal toch ook maar naar een uitgever gestuurd. Met succes, zijn debuut schopte het in 2010 tot in de finale van de Jonge Jury.