(0)

Herinneringen van een oude pruik

e-book


Goldoni, de achtiende-eeuwse Venetiaanse auteur, is weer 'in de mode' gekomen. Zijn 'Herbergierster', 'Een knecht van twee meesters' keren steeds op het repertoire van onze schouwburgen terug. Zijn stukken bekoren door hun naïeve humor, hun amusante verwikkelingen, vooral ook door de geest van het Italiaanse rococo, die ze ademen.

Van de schrijver zelf weet men in het algemeen weinig. Het lukte Fabricius het bonte leven van de man, die later als 'Papa Goldoni' zijn standbeeld in Venetië kreeg, voor ons op te roepen. Hij laat het door hem zelf vertellen, en wij zien hoe dit leven zich als een typisch Goldoni-stuk, soms vermakelijk, soms even ontroerend, afspeelt.

Goldoni als oud man in het Parijs van de Revolutie, koude en armoede lijdend, hopend dat de Heren van het Schrikbewind hem het staatspensioentje weer zullen laten uitbetalen, dat de laatste Lodewijk hem, 'de Italiaanse Moliere', in een gul ogenblik toekende. Terwijl hij vernederende smeekbrieven schrijft gaan zijn dromen naar Venetië uit, zijn verre geboortestad.

Hij ziet zich weer als nog geen tienjarig ventje naar Rimini trekken, om daar 'filosofie te studeren' bij de Broeders Benedictijnen; zuchtend onder de onverwerkte wijsheid der Scholastici, liet hij zich meetronen door een troep reizende komedianten: daar beviel het hem beter. Jammer voor hem, dacht zijn vader er anders over. Er moest een medicus uit de kleine Carlo groeien.

Langs de weg van 'twaalf ambachten, dertien ongelukken' vindt Goldoni tenslotte de plaats die de Muzen voor hem hadden bestemd: de planken van het toneel. Verveeld door de smakeloosheden en vulgariteiten van een tot cliché geworden 'Commedia dell'Arte', bewandelt hij nieuwe wegen. En Venetië bejubelt zijn grote zoon. Maar de Faam is een wispelturige dame: Goldoni's verbitterde tegenstander Gozzi weet te spelen op de sentimentele herinnering aan het eens zo populaire 'klassieke' volkstoneel en schrijft, de 'Commedia dell'Arte' in ere herstellend, zijn 'Liefde van de drie sinaasappelen', waarvoor Venetië storm loopt.

Na een lang en heroïsch gevecht tegen het conservatisme verlaat Goldini zijn geliefd Venetië en aanvaardt een aanbod om voor de tijd van twee jaren komedies te schrijven voor 'De Italiaanse Comedie' te Parijs. Deze twee jaren zijn er dertig geworden.

Wij weten wat hijzelf niet meer geweten heeft: dat niet de operatekstdichter Gozzi, maar hij, Carlo Goldoni, de eindoverwinnaar is geworden in de historische toneelstrijd die Fabricius in dit boek voor ons doet herleven.