Guus Kuijer
Guus Kuijer (1942) ging naar de kweekschool in Didam en was van 1967 tot 1973 leraar. Toen stopte hij om zich helemaal te kunnen wijden aan het schrijven.
Nadat hij twee verhalenbundels en een roman voor volwassenen had gepubliceerd, schreef Guus Kuijer zijn eerste boek voor kinderen: Met de poppen gooien. Het verscheen in 1975, en werd meteen bekroond met de Gouden Griffel. Hoofdpersoon was Madelief, over wie Guus Kuijer nog vier boeken schreef, die allemaal even enthousiast werden ontvangen. Het vierde deel, Krassen in het tafelblad, werd weer bekroond met de Gouden Griffel en later werd aan de vertaling, Erzähl mir von Oma, de Deutsche Jugendliteraturpreis toegekend. Vier jaar na het verschijnen van zijn eerste kinderboek, in 1979, kreeg hij de hoogste Nederlandse onderscheiding: de Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur.
Na de Madelieven volgden dierenverhalen (Eend voor eend en Olle), jeugdtheater (Prijs de beer, 1990), televisiescripts (Fatima, 1985), jeugdromans (het symbolische Zwarte Stenen en Het land van de Neushoornvogel), doldwaze avonturen zoals de Tin Toevalboeken en niet te vergeten de vijf boeken over Polleke, waarvan het eerste, Voor altijd samen, amen, de Gouden Griffel kreeg. Het Kinderboekenweekgeschenk dat Guus Kuijer in 2001 schreef, Ik ben Polleke hoor!, is het laatste deel uit die serie. Het werd in 2003 bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs. Het boek van alle dingen leverde hem in 2005 alweer een Gouden Griffel op en veel internationale waardering.
Lees meer