Een herdersjongen wordt rebel, een soldaat wordt eenzaam. Een aangrijpend verhaal over oorlog, loyaliteit en verloren onschuld.
Assani groeit als halfwees opin de hoogvlaktes van Oost-Congo, door zijn moeder beschermd tegen de hardvochtigheid van zijn ooms. In zijn studietijd golft de bloedige strijd tussen Hutu en Tutsi in het naburige Rwanda de grens over en ontdekt hij dat hij Tutsi is. De strijd om zijn identiteit zal vanaf dat moment zijn bestaan beheersen. Op indringende wijze voert Lieve Joris de lezer binnen in het leven van een man die vanwege zijn afkomst betrokken raakt bij wat wel eens de eerste Afrikaanse wereldoorlog is genoemd. Assani vecht aan de zijde van Kabila tegen dictator Mobutu, maar als Kabila zijn Rwandese Tutsi-bondgenoten naar huis stuurt, moet Assani op zijn beurt de hoofdstad ontvluchten. Zij schetst zijn donkere uren, waarop hij achtervolgd wordt door de herinnering aan zijn vermoorde vrienden, waarop de tamtam van de oorlog roffelt en hij ten strijde moet trekken, al zou hij liever in de buik van zijn moeder verdwijnen. Tientallen keren ziet Assani de dood voor ogen, maar hij overleeft en duikt na vijf jaar rebellie weer op in de hoofdstad als officier van het herenigde Congolese leger.