Hier is het huis aan de grens waar Stamvader woont. Van generatie op generatie lijkt het leven in het naburige dorp onveranderlijk, de mensen vieren er jaarlijks hun feesten. Stamvader is van elders gekomen om de grens te bewaken, en voert alles volgens de regels uit. Vreemdelingen zijn niet welkom, smokkelen is verboden, wantrouwen is zijn werk.
Wanneer hij hulpbehoevend wordt, volgt zijn zoon Bardo hem op en zorgt diens vrouw Mara voor haar eigenwijze schoonvader, terwijl ze op betere tijden blijft hopen. Licht en warmte komen van Kleine, hun dochtertje, dat de barrières leert kennen, maar speels en onbevooroordeeld tussen iedereen door vlindert.
Waarom trekken mensen grenzen? Wie meent bij welke kant te horen?