In het leven van de advocaat Oscar Hammerstein zijn drie data van veel belang. Wanneer hij in juli 1988 te horen krijgt dat hij besmet is met het hiv-virus – toentertijd een doodvonnis – stort zijn wereld in. Hij gaat gezond leven, veel sporten en zet alles op alles om te overleven.
In de lente van 1994 wordt hij opgepakt wegens vermeende betrokkenheid bij het witwassen van crimineel geld en wordt zijn overlevingsinstinct voor een tweede maal aangesproken. Zes weken lang zit hij vast. Uiteindelijk wordt hij op alle punten vrijgesproken.
De moord op zijn vriend Pim Fortuyn is het derde ijkpunt in Hammersteins leven. De dader is veroordeeld maar de littekens ervan zijn bij de advocaat én in onze samenleving nog zichtbaar. In Ik heb de tijd vertelt Hammerstein openhartig over zijn familie en vrienden, zijn Leidse studententijd en zijn carrière als advocaat aan de hand van deze drie levensbepalende gebeurtenissen.