De Engelse Henry Lane groeit op in India van de negentiende eeuw. Nog voor hij één jaar wordt, sterven zijn ouders. Henry's moeder bidt op haar sterfbed of haar zoontje de Heere mag leren kennen. De kleine Henry wordt opgevoed door de Indiase bediende, Boosy. Die houdt veel van Henry, maar over de Heere Jezus vertelt hij niet.
Toch wordt het gebed van Henry's moeder verhoord. Een Engelse onderwijzeres leert Henry lezen en schrijven en vertelt hem uit de Bijbel. Hij praat met Boosy over de Heere Jezus, maar Boosy blijft bidden tot de hindoegoden. Als Henry ernstig ziek wordt en gaat sterven, smeekt hij Boosy om zich over te geven aan de Heere Jezus. Zal Boosy gehoor geven aan deze oproep