Kamer 11, intensive care, kinderafdeling. Een vader waakt aan het ziekbed van zijn negenjarige zoontje, dat in coma ligt. Avond na avond praat hij tegen zijn kind. Hij vertelt over zijn eigen vader, over de zoon die hij zelf ooit was, tot aan dat ene fatale moment. Hij vertelt over zijn vaderschap, hoe de onmogelijkheid zijn zoontje te beschermen tegen het leven en de ondraaglijkheid van zijn liefde hierdoor, hem deed besluiten het gezin te verlaten.
Julien Ignacio weet in zijn hecht gecomponeerde debuutroman de plaats die een mens inneemt tussen de generaties voor en na hem indringend voelbaar te maken, de schoonheid, intimiteit en tragiek ervan. Kus is een beklemmend vader-zoonverhaal dat voortdurend onder hoogspanning staat. Terwijl het ontwaken van de zoon steeds onwaarschijnlijker wordt, groeit het verlangen van de vader naar een plek waar tijd geen vat meer op hen heeft.
'Falen als vader is falen als mens. Als een schaduw van mezelf sloop ik je kamer binnen. Snel zou het over zijn. Ik moest doorbijten nu. Mijn afscheid, een zwart gat kleiner dan een splinter, opende zich. Spring, moedigde ik mezelf aan. Kruip erdoorheen.'