Je hebt geboortehuizen, huurhuizen, koophuizen, vakantiehuizen, weekendhuizen, ziekenhuizen en sinds een paar jaar bestaan er huizen om in te sterven. Een hospice, een huiselijke omgeving, louter en alleen om in dood te gaan. Mensen die maximaal nog drie maanden te leven hebben, kunnen naar zo'n hospice, waar ze omringd worden met speciale zorg. Zorg die voor het grootste deel draait op vrijwilligers.
Afke van der Toolen raakte zo gefascineerd door het verschijnsel dat ze er een jaar zelf ging werken als vrijwilliger. Haar boek beschrijft de lotgevallen van de bewoners, die zich allemaal op hun eigen manier door hun laatste dagen heen slaan. De een bij zijn volle bewustzijn, de ander in een wolk van medicijnen; sommigen vol humor, anderen boos of ten prooi aan een allesoverheersende angst. Maar ook schrijft ze over de verschillende visies van de vrijwilligers op de dood, op wat goed sterven is.
Niet alles verloopt even gladjes in de dagelijkse gang van zaken.
Over Laatste huis zegt Van der Toolen: 'Het is een persoonlijk boek geworden. De omgang met een stervende is nu eenmaal intiem. Bovendien is een hospice een emotionele rollercoaster die iemands verhouding tot de dood onverbiddelijk blootlegt. Niemand kan zo'n huis binnengaan en er onveranderd uitkomen.'