Als de jonge Jacques Perk tijdens een vakantie in de Belgische Ardennen Mathilde Thomas ontmoet, inspireert deze eerste liefde hem tot een reeks sonnetten die de literatuurgeschiedenis in zal gaan. Hij ordent ze tot een zogenaamde ‘krans’. In het oudste handschrift bestaat "Mathilde" uit 100 sonnetten. Het thema is de geleidelijke bewustwording van het dichterschap onder invloed van de natuur en de schoonheid van een vrouw. De krans is opgebouwd als een klassiek drama, waarin de liefde de mens zowel optilt en laat zweven, maar hem ook genadeloos weer neersmakt in de bitterheid van het verlies.
Jacques Perk (1859-1881) was een groot poëtisch talent, dat vroeg werd erkend (critici vergeleken hem met Dante) en toch niet de kans kreeg om zich te ontwikkelen, omdat hij al op zijn 22ste stierf aan tuberculose. Zijn nalatenschap werd door vriend en collega Willem Kloos van een inleiding voorzien en gepresenteerd als wat poëzie op dat moment moést zijn. Perks werk werd daardoor de aankondiging van de Tachtigers, de beweging van romanschrijvers en dichters die door Willem Kloos gedefinieerd zou worden.