Het is mei 1914: Nederlands diplomaat Louis Constant Westenenk is met een missie naar Constantinopel vertrokken, in het Turkse hart van het Ottomaanse Rijk. Namens de Europese grootmachten heeft hij de opdracht gekregen om als inspecteur-generaal in Oost-Anatolië een semi-onafhankelijk gebied te besturen waar Armeniërs, onderdrukt door groeiend Turks nationalisme, hun toevlucht kunnen zoeken. Dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Roemloos wordt Westenenks missie afgeblazen als Ottomaans Turkije zijn eerste schreden zet op het strijdtoneel. Het zal de preambule vormen voor de Armeense Genocide.
Ruim een eeuw na Westenenks onderhandelingen lopen de spanningen tussen Europese mogendheden en Turkije opnieuw regelmatig op. Kunnen we leren van de geschiedenis of herhalen we steeds onze fouten? Aan de hand van historische figuren, dagboeken van Westenenk, boeken, brieven en ambtsberichten van zijn tijdgenoten en gesprekken met hedendaagse journalisten en academici en anderen in Nederland en Turkije, wordt inzichtelijk hoe de ontwikkelingen van 1914 in relatie staan tot die van nu.