In 1950 vindt Norton Perina tijdens een antropologische expeditie naar een afgelegen eiland in Micronesië de verloren gewaande primitieve stam waarnaar hij op zoek was. Bovendien ontdekt hij er in de buurt een groep mensen die in bomen wonen. Ze blijken van een ongelooflijke ouderdom te zijn en in toenemende mate seniel. Omdat hij de kans op eeuwig leven niet wil missen, doodt hij een van de schildpadden, wier vlees de bron tot lang leven lijkt te zijn, en neemt die mee naar Amerika. Zijn onderzoek maakt Perina wereldberoemd en levert hem zelfs een Nobelprijs op. Maar het komt hem duur te staan. Al snel verliest hij controle over zijn eigen leven, met desastreuze gevolgen.
Een pupil redigeert deze autobiografie van Perina. In poëtische taal tovert hij een sprookjeseiland vol gruwelijke belevenissen. Dat hij een onbetrouwbare verteller is maakt het spannend tot de laatste bladzijde.
'Fascinerende, wonderbaarlijke en schokkende roman met veel oog voor detail.' Paul Theroux
'Een ware triomf.' Press Association
'Beangstigend vreemd maar uiterst overtuigend.' Sarah Waters
'Een meeslepende, intelligente en compromisloze roman die misleidt en verontrust.' The Independent