Cees Nooteboom
Cees Nooteboom (1933) trok in zijn jeugd na een opleiding in kloosterscholen liftend door Europa - een gebeurtenis die hij gebruikte voor zijn debuutroman Philip en de anderen (1955). Een jaar later verschijnt zijn poëziedebuut De doden zoeken een huis. In 1956 begint hij ook aan een ander deel van zijn carrière, de reisjournalistiek. Hij werkt voor Het Parool en maakt onder andere reportages over de opstand in Hongarije. Hij begint dan ook aan een grote serie reisverhalen voor Elsevier. Drie jaar later stapt hij over naar de Volkskrant en vanaf 1968 vindt hij zijn eigen plek bij het glossy tijdschrift Avenue. In 1963 worden zijn reisverhalen gebundeld onder de titel Een middag in Bruay, gevolgd door Een nacht in Tunesië (1965) en Een avond in Isfahan (1978). Met Rituelen (1980, F. Bordewijkprijs en de Amerikaanse Pegasusprijs voor de beste niet-Amerikaanse roman) breekt Nooteboom door bij het grote publiek.
Recenter verschenen van zijn hand de roman Paradijs verloren (2004), Verleden als eigenschap (kronieken, 2008), Rode regen (columns, herinneringen, gedichten, 2007), de verhalenbundel 's Nachts komen de vossen (2009) en Brieven aan Poseidon (2012). Naast romans, poëzie en reisverhalen schreef hij ook enkele toneelstukken. Zijn boeken werden in meer dan dertig talen vertaald.
Voor zijn gehele oeuvre ontvangt hij de Constantijn Huygensprijs (1992). In 2004 wordt Cees Nooteboom de P.C. Hooftprijs toegekend. Hij ontvangt in 2006 een eredoctoraat van de Radboud Universiteit vanwege zijn veelzijdig literair oeuvre, dat diep geworteld is in de Europese cultuur en geschiedenis. In het najaar van 2009 ontvangt hij uit handen van koning Albert de prestigieuze Prijs der Nederlandse Letteren, die een keer per drie jaar door de Nederlandse Taalunie wordt toegekend.
Lees meer