Het is het rampjaar 1672. De slimme, vastberaden Anna zit gevangen in een gewelddadig huwelijk, maar ze weigert zich neer te leggen bij haar lot. Ze heeft een voor die tijd ongebruikelijke rol als corrector van drukproeven in de drukkerij van haar vader. Het werk en de steun van haar vader zorgen voor het benodigde tegenwicht.
Maar dan wordt haar vader dood gevonden. Zelfmoord zeggen ze, maar Anna gelooft dat niet. Ze denkt dat hij is vermoord om iets wat hij wist over de moord op de gebroeders De Witt. Ze begint aan een gevaarlijke zoektocht naar antwoorden. Haar oom Govard lijkt haar enige medestander, maar staat hij wel aan haar kant?