Tweestromenland is het dagboek dat Abel J. Herzberg heeft bijgehouden in Bergen-Belsen, waar hij in de oorlog geïnterneerd is geweest. Wie leest over de hartverscheurende ellende die daar aan de orde van de dag was, zal nauwelijks willen geloven dat de afdeling van Bergen-Belsen waar dit relaas speelt, een Vorzugslager was, een kamp waarvan de bewoners in een bevoorrechte positie verkeerden. Toch was dat zo: het betrof een kamp voor joden aan wie door de Duitsers een zekere waarde werd toegekend in de internationale mensenhandel; men dacht ze bij gelegenheid tegen krijgsgevangen Duitsers te kunnen verwisselen. De `bevoorrechting van de joden in Bergen-Belsen bestond er dus vooral in dat ze niet stelselmatig werden gedood. Maar voor wie Tweestromenland leest, is het nog een wonder dat een aantal van hen (een klein aantal overigens) het er levend afgebracht heeft: onmenselijker levensomstandigheden zijn haast ondenkbaar. En een nog groter wonder: dat een aantal van hen onder die omstandigheden zijn menselijkheid in de beste betekenis van het woord heeft bewaard.
Alles staat er precies zoals Herzberg het opgeschreven heeft, zoals hij het weggemoffeld en verborgen gehouden heeft, zoals hij het ten slotte in treinen heeft meegesmokkeld. Geen toevoegingen en, op de eigennamen van de gevangenen na, geen weglatingen.