We bakken wat af met zijn allen. Van simpele cake tot sjieke sachertaart en van macaron tot red velvet cake. Maar hoe zijn die taarten, koeken en gebakjes eigenlijk ooit allemaal ontstaan? Wanneer werd de eerste stroopwafel gebakken en wie bedacht ooit de madeleines? Hoe komen de kletskop, koggetje en kozak aan hun naam? Wat had Roald Dahl met Arnhemse meisjes? Is de tarte tatin werkelijk ontstaan door een foutje van de bakker dat goed uitpakte? En waarom is de Friese oranjekoek eigenlijk roze?
Voor de antwoorden op deze (en andere) vragen dook René Dings in eeuwenoude receptenboeken en kranten. Hij verdiepte zich in de herkomst van allerlei soorten gebak, verzamelde feiten en fabels, en noteerde de smeuïgste verhalen. Met Van Appelbol tot Zeeuwse bolus wordt bakken nog veel leuker. En gebak eten trouwens ook.
Over Over straatnamen met name:
‘René Dings is een bekwame gids door straatnamenland.’
– Onze Taal
‘Een geweldig boek.’ – Frits Spits (De Taalstaat)
‘Echt ontzettend leuk.’ – Albert Verlinde (RTL Live)