Dit is deel 3 van de collegeserie Een geschiedenis van de westerse wijsbegeerte en gaat over de periode van de 3de eeuw v.C. tot de 6de eeuw n.C.
Filosoof Johan Braeckman vangt dit deel aan met de behandeling van de geschiedenis van de wiskunde, meetkunde, natuurkunde en geneeskunde in de Griekse Oudheid. Hij besteedt daarbij uitgebreid aandacht aan de werken van Euclides en Archimedes en hun invloed op latere wetenschappen. Maar hij bespreekt ook de levens en werken van andere filosofen en wetenschappers uit die tijd. Hij vervolgt het hoorcollege met de ontstaansgeschiedenis van het christendom en de ontwikkeling van de christelijke religie en filosofie. Met aandacht voor de historische Jezus, Paulus als stichter van het christendom, de bekering van Constantijn en de invloed van het neoplatonisme. In het laatste college van dit deel bespreekt Johan de (vroeg)middeleeuwse filosofie en staat hij uitgebreid stil bij het leven en werk van theoloog en kerkvader Augustinus.
Over de collegeserie Een geschiedenis van de westerwijsbegeerte:
Al minstens 5000 jaar worstelt de mensheid met fundamentele vragen over het leven. Cruciale vragen over ons bestaan en ons wezen worden sinds het begin van de beschaving door bedachtzame mannen en vrouwen overwogen. Vragen als: wat is echt? Wat zou het doel van mijn leven moeten zijn en hoe moet ik dat leiden? Wie of wat is God? Hoe kan er vrijheid zijn in een wereld die wordt bepaald door causale wetten? Wanneer is het legitiem dat een persoon macht heeft over anderen? Wat is gerechtigheid? Waarheid? Goedheid? Schoonheid?
De meest briljante geesten in de geschiedenis concentreerden zich op deze vragen en hun zoektocht naar antwoorden liet ons een intellectuele erfenis van onovertroffen diepte en rijkdom na.
Wijsbegeerte, zegt Braeckman, is de rationele benadering van problemen waarvoor nog geen wetenschappelijke oplossingsmethodes bestaan. Met deze omschrijving als rode draad, neemt hij de luisteraar mee op een intellectueel avontuur door de geschiedenis van het menselijk denken, van de vroegste mythen tot nu.
Inhoud
College 1. Wiskunde en wetenschap in de Griekse Oudheid
H1. Wiskunde in de Griekse Oudheid
H2. Meetkunde in de Griekse Oudheid
H3. Over de bibliotheek van Alexandrië
H4. Vrouwelijke filosofen in de Griekse Oudheid
H5. Euclides (rond 300 v.C.)
H6. Het belang van de Euclidische meetkunde
H7. De Elementen van Euclides
H8. Archimedes (287 – 212 v.C.) en andere wiskundigen
H9. Natuurwetenschappers in de Oudheid
H10. De geneeskunde in de Oudheid
College 2. Het christendom
H11. De ontstaansgeschiedenis van het christendom
H12. De historische bronnen
H13. De historische Jezus
H14. Paulus, stichter van het christendom (ca 3 – 60)
H15. Paulus en de verspreiding van het christendom
College 3. Constantijn de Grote, Plotinus en het neoplatonisme
H16. De bekering van Constantijn (ca 273 – 337)
H17. Christendom als staatsgodsdienst
H18. Plotinus (204 – 270)
H19. De Enneaden van Plotinus en het neoplatonisme
College 4. De Middeleeuwen en Augustinus
H20. Inleiding op de Middeleeuwen
H21. Justinianus (482 – 565) en de christelijke filosofie
H22. De vroegmiddeleeuwse denkers
H23. Het gnosticisme
H24. Augustinus (354 – 430)
H25. Confessiones van Augustinus
H26. Inleiding op De Civitate Dei van Augustinus
H27. De Civitate Dei
H28. Augustinus over “tijd”
H29. De blijvende invloed van de theologie van Augustinus