Het is 10 mei 1940, de Duitsers vallen Nederland, België en
Luxemburg binnen. De 22-jarige Koos van Schaïk, verpleegster
voor het Rode Kruis, is op dat moment in Luik. Ze gaat meteen
op de fi ets naar Heer, waar haar ouders wonen. Maar onderweg
haalt de oorlog haar in…
Zo begint het verhaal van Koos, dat bewaard is gebleven door de
dagboeken die zij tijdens de oorlog schreef. Ze vormen een uniek
en intrigerend document.
Koos schrijft over haar gevaarlijke tocht naar huis, dwars door
het eerste oorlogsgeweld. Ze doet verslag van de zoektocht naar
een vermiste vriendin in Frankrijk en vertelt over de dilemma’s
die ze tegenkomt bij haar werk voor het Rode Kruis.
Wie de notities van deze jonge verpleegster leest, kijkt niet alleen
met andere ogen naar de oorlog, maar wordt ook geconfronteerd
met een vraagstuk dat nog even actueel is als zestig jaar geleden:
de tweestrijd tussen neutraliteit en partijdigheid.
De dagboeken zijn geïllustreerd met uniek fotomateriaal en
landkaarten