Duitsers!
Ward remt. Een rood-wit hek staat dwars over de straat.
Vier soldaten. Twee overvalwagens.
Een van de soldaten wijst op zijn fietstassen. 'Aufmachen.'
Wards handen trillen als hij de riempjes losmaakt.
De tassen zijn leeg, maar als ze hem fouilleren...
September 1942. Ward brengt illegale krantjes rond voor zijn broer, die in het verzet zit. Als hij ontdekt hoeveel gevaar hij loopt, vraagt hij Minke mee. Een jongen en een meisje samen zijn minder verdacht.
Wards broer moet onderduiken. Klasgenoten verdwijnen. Een joodse vriendin is in gevaar.
De oorlog komt steeds dichterbij.
En Minke ook...