Een schrijver vertelt over zijn jarenlange vriendschap met een
schilder. Telkens ontmoeten ze elkaar in Oostende, waar ze allebei ooit de liefde van hun leven gevonden hebben. Ze lopen rond in de Stad aan Zee met haar roekeloze talent voor toerisme, fameuze kunstenaars en het zilveren Noordzeelicht. Ze spreken af in hotels, flaneren, dwalen tussen de Oostendenaars.
Ze vertoeven in het gezelschap van vissers, Congolezen, tragische architecten, Snoek en Claus, Spilliaert en Ensor. En vrouwen. De schrijver en de schilder zijn nieuwsgierig, soms opdringerig, nooit onbeschoft. Ze ontwikkelen een ironische onderzoeksmethode, het perspectivisme, op zoek naar de Onvoltooid Oostendse Tijd. Niets blijkt dan nog toevallig. In hun ontmoetingen ontdekken ze hoe ze op zeldzame, kostbare, melancholische momenten door elkaars ogen kunnen kijken.
Zelfs diep terug in de tijd.
Met Kamer in Oostende brengt stilist Peeters een even fijnzinnig
als ontroerend boek.