De kleine Britta wil dolgraag een pop hebben. Maar haar ouders hebben maar net genoeg geld voor de huur en het eten, en Britta's wens kan daarom niet vervuld worden. Als op een dag een man met paard en wagen langskomt en Britta het hek in het weiland voor hem opendoet, krijgt ze in plaats van een dubbeltje een zaadje van goud. Ze moet het in de grond stoppen en elke dag goed water geven, dan zal ze wat leuks meemaken.
En iets leuks gebeurt er zeker! Want Britta's verbazing is groot als er, na dagen van gieten en wachten, een rood poppenhoedje boven de aarde uitkomt. En even later een hoofdje met blonde krullen...